Nieuws uit de werkplaats

Niet iedereen zal onze bootsman Jesse Bouma heel goed kennen, aangezien hij er weinig in het weekend is. Maar gedurende de week is hij veel in de werkplaats te vinden. Op het moment zelfs zo’n 4 dagen per week aangezien alle vieren voor de Novembervieren moeten worden nagekeken.

Op zijn rustige toon vertelt Jesse dat hij op dit moment bezig is met het herstel van 2 acute schades. De Jarun heeft een gat in het voordek en de Rozenoord heeft een aantal scheurtjes in het dek. Waarschijnlijk is de Rozenoord tegen een kade of het vlot aangevaren, maar hoe het is gebeurd, is niet gemeld. Daarnaast ook nog de nodige ‘kleine klusjes’. Het gaat niet altijd om schades, maar om dingen die geleidelijk gebeuren. Wieltjes, slidings enzovoort. Officieel hoort het allemaal in het schadeboek te staan, maar lang niet alles staat er in. Het slijt langzaam en dan vinden mensen het kennelijk normaal en wordt het niet gemeld. ‘Wieltjes, het wordt gebruikt totdat het niet meer gaat en dan loop je er tegenaan.’ Dit soort zaken moet Jesse meestal zelf opsporen.
Ook schades die gemeld worden zijn niet altijd duidelijk. Dit komt veelal doordat mensen niet altijd de juiste benaming weten van de verschillende onderdelen. Natuurlijk staat dat in het blauwe boekje, maar dat kent niet iedereen.

Melden van schade gaat soms via schadeboek, maar soms komt men ook rechtstreeks bij Jesse of gaat het via Bart of Pem.

Al pratend komt Jesse met de suggestie om bij het schadeboek ook een tekening te hangen met benamingen van onderdelen zodat mensen makkelijker kunnen aangeven wat ze bedoelen en Jesse minder hoeft te puzzelen wat er mis is.

In zijn werk moet Jesse de nodige flexibiliteit aan de dag leggen, want als iemand zich bij hem meldt met een probleem, gaat Jesse meestal direct kijken en vaak komt dan van het een het ander en wordt de hele boot onder handen genomen. Van onderhoud aan bankjes en slidings, tot nakijken van dollen, riggers rechtbuigen en helpen bij het afstellen van de boot. ‘Dan ben je snel al bijna een dag aan de slag, maar het moet af, want de boot moet weer in de vaart.’

Het onderhoud geldt zowel voor de wedstrijdvloot als voor de toervloot. ‘Laatst bij de Gaasp ook even wieltjes en slidings nagekeken en dan zie je een scheurtje tussen spant en huid, dus dat maak je dan tussendoor ook. Roeiers zien en/of melden niet altijd alles. Wieltjes of slidings melden ze soms wel omdat ze er zelf echt last van hebben, maar de rest melden ze vaak niet. Het zou helpen als iedereen af en toe even een doekje door de slidings haalt, dat roeit fijner en voorkomt een boel slijtage, onderhoud en noodzakelijke vervanging.

Boten worden wel netjes afgedroogd, maar de huid aan de buitenkant kan natuurlijk ook even goed worden schoongemaakt met antikal of WC eend, dan zie je schades ook makkelijker.

Als Jesse dingen aan een boot repareert, maakt hij ook meestal de boot van binnen en buiten schoon, maar dat kost natuurlijk veel tijd en is eigenlijk niet zijn taak. De bevlogenheid straalt er van af bij Jesse om alle boten netjes te hebben en hij neemt de leden heel veel werk uit handen.